Ochtendmens

Ik ben nooit echt een ochtendmens geweest, maar de laatste maanden wordt mijn aversie tegen vroeg opstaan steeds groter. Om te beginnen komt het geluid van mijn wekker binnen alsof er een rijtje ambulances naast me staan te joelen. Terwijl goede vrienden opstaan alsof ze in een slechte James Bond-film zitten (sta op of ik schiet!), lijkt het erop alsof ik meer uitvalverschijnselen heb: – Huh, waar ben ik? Wie ben ik? En, wiens bed is dit? –. Sinds mijn ochtenddementie is mijn snooze-button zonder twijfel mijn grootste vriend geworden.

De sirenes van de ambulances zijn na een half uur veranderd in één ambulance met enkel wat opstart,- en accuproblemen. Iets waar ik me in zekere mate mee durf te identificeren. Helaas worden vriendjes niet standaard afgeleverd met zo’n fijne snooze-button. Waar ik mijn accu eerst dien op te laden door middel van een warme douche op een zoveel mogelijk sociaal afgelegen plek, stamelt mijn liefdevolle vriendje al zijn tentamenstof hardop voor in de kunstmatig van licht voorziene woonkamer. Ik ben dan ook meer een avondmens. ’s Avonds in bed liggen met een warme eendendonzen deken en genieten van een dik boek, is meer mijn ding. Bijkomend gevolg is dan wel dat ik me maandag tot en met vrijdag bevind in een volstrekt onvrijwillige jetlag. Ik kan mezelf niet om half zeven aanzetten, daarvoor moet ik mij eerst in een oplader wurmen in de vorm van innerlijke slaapmeditatie.

Ik vergelijk mezelf daarom weleens met een paspop. In de ochtend lijkt alles op een afstand helemaal te kloppen, maar wanneer je dichterbij komt lijkt mijn gezicht meer vervangen door een stalen gezicht dat nergens van onder de indruk lijkt te zijn. Ik ben een echt avondmens. Als de oorlog zou uitbreken in de ochtend, zou het grootste geweld me ontgaan. Het hele land wordt ondersteboven geblazen door willekeurig vallende bommen en ik schenk in alle rust een glaasje ranja in. Begrijp me niet verkeerd: ik hoop dat het nooit zover zal komen, maar mochten we ooit op dat punt belanden, bel dan alsjeblieft even aan als je in de buurt bent op weg naar wat meer veiligheid. Ik ben ervan overtuigd dat avondmensen het namelijk niet goed doen in de ochtend. Tenminste, ik vermoed van niet. Meestal gaat mijn lampje pas om een uur of twaalf op groen en in de middag zwiert mijn geest dan eindelijk wat zinnige dingen op papier.

Volgens een artikel in een Amerikaans psychologiemagazine schijnt het gedrag van avondmensen in de ochtend heel normaal te zijn. Het artikel stelt me nog verder gerust. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat het etiket avond- of ochtendmens genetisch bepaald is, dus kan ik simpelweg de schuld geven aan mijn voorouders. Heerlijk, met een vinger wijzen naar het verleden; wetenschappelijk verantwoord mijn schuldgevoel laten verdwijnen. Dat kan ik dan weer wél in de ochtend.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *